Review – Schilderen voor het Brein

Dit boekje gaat over de manieren waarop je naar een schilderij kunt kijken en welke beelden je er in kunt zien.
Het hele spectrum van kunstenaar, schilderproces, schilderij en toeschouwer, krijgt daarbij aandacht. En wordt door Pieter Adriaans in de geschiedenis geplaatst, vanaf de rotsschilderingen Lascaux tot aan nu. Dit review is beperkter, het beschouwt het boek in het licht van de relatie tussen woord en beeld.

Het motto van het boek, ontleend aan Jacobus Koeman “Schilderen is de kunst van
het weglaten”, zet de lezer al direct aan het denken, aan het filosoferen en leidt haast
automatisch tot de gevleugelde uitspraak van Godfried Bomans “Schrijven is schrappen”.
Zowel het woord als het beeld, aldus deze uitspraken, lijken te profiteren van schaars
gebruik. En beide uitspraken dateren uit de tijd lang voordat het internet zijn intrede
deed. Sindsdien ontplooiden woord en beeld zich in een onvoorstelbare productie.
Adriaans spreekt over een constant bombardement van beelden.

 Uit:  Schilderen voor het brein, Pieter Adriaans, 2013
Uit: Schilderen voor het brein, Pieter Adriaans, 2013

 

Adriaans geeft, waarschijnlijk onbedoeld, meer hints in de richting van de
relatie tussen woord en beeld. Zo stelt hij dat een goed schilderij zichzelf uitlegt. Immers,
het oog weet meer dan in taal uitgedrukt kan worden. Adriaans gaat er helaas verder
niet op in , maar het maakt wel nieuwsgierig. Dus als hij een onderwerp voor een
volgend boek zoekt…. Dan kan hij vragen aan de orde stellen als: Hoe is het oog aan
die kennis gekomen? Of: Waar gaat beeldkennis, als ik het zo mag noemen, verder dan
taalkennis? Of anders geformuleerd: Waar ligt de grens van de taal? Adriaans aanpak is
onderzoekend maar zonder wetenschappelijke pretenties. En dat geeft veel ruimte.

Terloops stelt hij de vraag: Wat is het verband tussen schrijven en schilderen? Hij geeft
aan dat zowel in de Chinese als de Egyptische traditie de schilderkunst in nauwe relatie
tot het schrift staat. Hij zet ook uiteen hoe je met het Latijnse alfabet heel goed een
figuratieve tekening kunt maken: de v’s zijn vliegende vogels, de o de maan of zon enz.
Overigens, hier had hij mijns inziens wel even mogen stilstaan bij de oorspronkelijk zeer
beeldende oerversies van ons alfabet.

Er is volgens Adriaans zowel beeldtaal als woordtaal. En beide hebben een grammatica.
Schilderen is het beheersen van een visuele taal. En leren schilderen is het leren spreken
van een taal. Leren kijken naar schilderijen kan vergeleken worden met het leren
luisteren naar een taal. Analoog aan woordtaal beschikt beeldtaal, naast de grammatica,
ook over beeldwoorden waarmee beeldzinnen gemaakt kunnen worden. Daar doet
Adriaans een speelse exercitie met het beeldwoord smiley. Het is wonderlijk hoe er ook
met een beeldwoord, in het voorbeeld een smiley, enorm gevarieerd kan worden. Hoe
dan ook Schilderen voor het brein is een aantrekkelijk boekje met veel frisse inzichten en
ideeën voor verder onderzoek.

Figuur 29 Uit:  Schilderen voor het brein, Pieter Adriaans, 2013
Uit: Schilderen voor het brein, Pieter Adriaans, 2013

Schilderen voor het Brein
Pieter Adriaans
Uitgeverij Mooi Media
ISBN 978-94-91499-10-4
2013, 112 pp

 

 

 

 

 

 

door Ronald van Eerten