Over het Instituut voor Beeldtaal

Leven we in een nieuwe tijd? Kunnen we nog weerstand bieden aan de beelden waarmee oude en nieuwe media ons overspoelen? Gaan verbale taal en cultuur verloren?

Wie om zich heen kijkt, ziet de wereld veranderen. Eerst kregen we televisie, waar de gemiddelde Nederlander nog altijd 2 ¾ uur per dag naar kijkt. We begonnen met twee zenders en na vele jaren kwam er een derde bij. Inmiddels kunnen we kiezen uit 24, 36 of een veelvoud aan kanalen. We leerden om razendsnel te switchen van het ene naar het andere kanaal. Is een programma even niet interessant? Dan springen we toch gewoon naar iets anders?!

Anno 2013 eist een nieuw apparaat onze aandacht op: de smartphone. Wie in tram of trein stapt, ziet de helft van de passagiers naar zijn Apple of Samsung staren i.p.v. naar zijn directe omgeving. Je kunt van alles met dat nieuwe ding: struinen over internet, boodschappen versturen, foto’s en films maken en die weer versturen. Beelden en visuele tekens spelen een hoofdrol in deze communicatie, ze stellen ons in staat snel indrukken op te doen en lenig te switchen van het ene bericht naar het andere platform.

Dankzij de mobiele internetcultuur raakt de wereld steeds meer verknoopt. We krijgen beelden binnen van over de hele wereld, het worden er steeds meer en ze bereiken ons steeds sneller. Niet alleen officiële media tonen ons hun berichten, cruciaal is dat ook burgers, waar dan ook, hun foto’s en films op internet zetten en aan de hele wereld doorgeven. Als ergens iets gebeurt , is de kans steeds groter dat er ook beelden van zijn.

Enerzijds heeft dat mooie kanten. Waarom komen de jongeren juist nu overal in opstand? In Tunis, Cairo, Istanbul, Stockholm, Rio de Janeiro? Waarom pikken ze de ongelijkheid en corruptie niet langer? Omdat zij op hun smartphone zien dat hun leeftijdgenoten aan de andere kant van de aardbol ook de straat op gaan. En ze weten: dat kunnen wij ook. Bovendien is met Twitter of Facebook is een demonstratie zo georganiseerd.

Maar er moeten ook vraagtekens worden geplaatst: letten we bij al deze communicatie nog wel op het verhaal achter de foto’s? Weten we hoe de beelden op onze smartphones tot stand zijn gekomen? Beseffen we wel hoeveel keuzemomenten hierachter schuilgaan? Of zegt de eerste indruk ons genoeg en hebben we direct een oordeel klaar?

Ander punt: we leren om razendsnel over te springen van het ene naar het andere bericht, kanaal of medium. Maar kunnen we onze aandacht nog wel langere tijd bij één ding houden? Lezen we straks nog boeken van 300 pagina’s? Kunnen we straks nog drie kwartier zonder onrustig te worden naar een lezing luisteren? Of zijn onze hersenen inmiddels zo verslaafd aan verandering dat we ons al na vijf minuten vervelen? Kortom, zijn de media bezig onze hersenen te herprogrammeren?

Jongeren zijn vaandeldragers in deze ontwikkeling, ouderen voelen zich soms dramatisch op achterstand geraken.

Beelden zijn cruciaal in deze hele ontwikkeling, ze dragen bij aan de snelheid van informatie-overdracht. Teksten worden steeds minder belangrijk. De oplagecijfers van dagbladen dalen onverbiddelijk, krantenartikelen worden steeds korter, en op tv moet alles in twee zinnen worden gezegd.

Daarom nog een derde punt. Het lijkt alsof alleen de buitenkant nog telt: imago. Politici worden afgerekend op hun presentatie in de media. Verkiezingen worden beslist in debatten die ’t meest lijken op verbale kooigevechten. We zien de gezichten en de uitdrukkingen, we horen de soundbites, maar beseffen we wel hoe complex de achterliggende politieke vraagstukken zijn?

Het nieuwe Instituut voor Beeldtaal richt zich op al deze vragen. Middels lezingen door uiteenlopende sprekers en via interactie met het publiek, wil het Instituut, in omtrekkende bewegingen, de kern van deze maatschappelijke verandering, van deze nieuwe maatschappij op het spoor komen.

 

beedlregie-AS
door Anne Staal, getekend tijdens het mini-congres De taal voorbij: beeld! Amsterdam 11 juni 2013