Hebben we écht een winnaar?
Normaliter krijgen sprekers vrijelijk de ruimte hun verhaal te doen. Er wordt hun geen strobreed in de weg gelegd.
Dinsdag 27 mei was dat even anders. Er was een heuse battle georganiseerd tussen woord en beeld.
Het beeld werd verdedigd door Mieke Gerritzen, directeur van het Museum of the Image MOTI. Hans Maarten van den Brink, auteur en directeur van het Mediafonds, verdedigde het woord. Dagan Cohen, oprichter van Upload Cinema, gebruikte al zijn charmes om de battle in goede banen te leiden. De inzet was hoog: er moest nu maar eens definitief uitgemaakt worden wat belangrijker was: woord of beeld. Dan wisten we waar we aan toe waren.
Dagan schetste vooraf iets van de problematiek: “Het historisch belang van het woord is onomstreden. We hebben de Tien Geboden, de Grondwet en talloze filosofische geschriften, allemaal in woorden gevangen. Daartegenover staat de oprukkende beeldcultuur van o.a. reclame en films, en deze lijkt het geschreven woord naar de achtergrond te verdringen. Anno 2014 is de gemiddelde Nederlander meer dan 8 uur per dag in de weer met allerlei media, en daarbinnen wordt vooral gekeken en steeds minder gelezen. Alleen aan slapen wordt dagelijks nog 5 minuten meer besteed. Waar gaat dat naartoe?”
Mieke Gerritzen begon haar uiteenzetting met een persoonlijke herinnering en ontboezeming. Zij vertelde over haar ouderlijk huis, waar bekende schrijvers over de vloer kwamen zoals Gerrit Komrij. De schrijvers maakten onderscheid tussen ‘woordmensen’ en ‘beeldmensen’, en op laatstgenoemden werd enigszins neergekeken. Konden die wel nadenken? Op een dag werd Mieke, bestempeld als beeldmens, gevraagd nu eens haar mening te geven. “Waarop ik mij volledig verslikte in mijn limonade.” Het lijkt erop dat het niet meer goed is gekomen tussen haar en de woordmensen.
Vervolgens gaf zij enkele illustraties van de stelling dat onze wereld steeds meer uit beeld gaat bestaan: “We kijken niet meer naar de lucht om te zien of het gaat regenen, we raadplegen de buienradar. We kijken niet meer om ons heen om de weg te vinden, we raadplegen de Tomtom.” Andere voorbeelden: “Steden afficheren zich steeds meer met landmarks, zoals in het oog springende wolkenkrabbers. Deze staan symbool voor de stad en bepalen hun identiteit. Ook personen zijn voortdurend met hun imago bezig. De hele dag lopen ze selfies te maken, en ze kiezen nauwkeurig welke daarvan op hun sociale media komen te staan.” Haar conclusie: zonder beeld bestaat iets of iemand niet.
Hans Maarten van den Brink vertelde zijn verhaal met woorden en gebruikte beelden om zijn standpunt diepgang en kracht te geven. Of hij gebruikte juist geen beelden en gaf op die manier extra accent aan de kracht van het woord. Hij vertrok vanuit de stelling dat zien meer is dan kijken. “Beelden kunnen niet zonder woorden, iets bestaat pas werkelijk zodra het is benoemd. Zie het scheppingsverhaal, waarin het licht en de duisternis een naam krijgen, namelijk dag en nacht.”
Volgde een korte cultuurgeschiedenis vanaf de Middeleeuwen: “Eeuwenlang konden de meeste mensen niet lezen of schrijven en het straatbeeld was zo goed als vrij van teksten en lettertekens. Daarentegen stonden de kerken vol met kleurrijke beelden, in twee of drie dimensies. Dat veranderde met de Verlichting: het volk leerde lezen en zo ontstond de cultuur van het geschreven woord.”
Soms lijkt het erop dat deze dominantie van het woord maar tijdelijk is geweest, dat beelden hun oude rol weer opnemen, maar zo pessimistisch wilde Hans Maarten niet zijn: “Sociale media doen het altijd voornamelijk met woorden, bijvoorbeeld, de meeste twitterberichten bevatten geen enkel beeld. En ik maak me sterk dat er bij het komende WK Voetbal meer gepraat wordt over voetbal dan echt gespeeld. Kortom: we leven nog altijd in een woordcultuur.”
Na deze twee inleidingen ontspon zich een heerlijk verwarrende battle in acht ronden: Mieke en Hans Maarten lieten steeds ieder een foto/filmpje of tekst zien, waarop de zaal kon aangeven wie er gewonnen had, het beeld of het woord. Tot op het laatst bleven de bezoekers geïntrigeerd. Dagan hield met zijn verbale acrobatiek de battle in de arena. Ondanks alle pogingen van Mieke en Hans Maarten om elkaar te vinden.
Een paar krenten uit de pap:
Mieke toont een foto van een schaapachtig lachende George W. Bush, waarop Hans Maarten repliceert: “Zo’n foto op zich zegt niets. Wat wil je ermee vertellen? Dit beeld kun je van iedereen laten zien.”
Hans Maarten toont een nieuwsbericht over ziekenhuizen met een stockfoto die er weinig mee te maken heeft. “Die staat er alleen omdat er zo nodig een plaatje bij moet. Maar hij is overbodig. Het is een belediging voor de lezer.”
Mieke toont een foto van mensen die lijken te vluchten van een rampplek. “Het liefst vertel ik er niets bij. Kijkers weten zo wel wat het is.” Maar dat bleek toch niet het geval. De zaal had verschil-lende associaties, en enige uitleg was gewenst.
Hans Maarten vertelt dat hij op zijn derde verjaardag een driewieler kreeg en daarmee – naar zijn gevoel – de wijde wereld in trekt. “Weggaan om weer thuis te komen.” Geïnspireerd door het boekje Wim is weg.
En de volgende dia is met alleen het woord ‘thuis’ erop. “Dat is nu de kracht van taal, van poëzie. Een woord, gesproken of geschreven, kan zoveel zeggen, soms veel meer dan een beeld.”
Mieke toont een foto van de nieuwe Ziggo Dome met grote, lichtgevende letters op de gevel. “Ik zie alle teksten als beeld.”
De conclusie komt niet uit de lucht vallen: Zonder woorden kunnen we niet. Beelden alleen hebben te weinig betekenis. Het woord heeft de battle gewonnen.
Het was een super geslaagde avond en Marjan de Vries, oprichter van het Instituut voor Beeldtaal, deed er in haar slotwoord nog een schepje bovenop: ‘Het woord heeft gewonnen. De missie van het Instituut voor Beeldtaal is vanavond eigenlijk volbracht.’ Lichtelijk gemor uit de zaal resulteerde gelukkig in de aankondiging van de volgende bijeenkomst op 16 juni. Onderwerp: datavisualisatie.
Door: Jos Overbeeke
Lees meer:
Snapdraw: Battle Beeld of Woord
Getekend verslag: Woord én Beeld are here to s(t)ay
Event: Battle tussen Woord en Beeld