Artikel over onderzoek – De invloed van tekst bij vouwinstructies
Dagelijks voeren we handelingen en procedures uit waar we bijna niet over hoeven na te denken, zoals het inscannen van een document in de computer. De meeste van deze handelingen hebben we ooit geleerd door instructies in gebruikershandleidingen te volgen. Om een handeling of procedure goed uit te voeren is het belangrijk dat de kwaliteit van de instructies hoog is. Er zijn daarom veel onderzoeken verricht naar het ontwerp van instructieve teksten om de relatie tussen een tekst en de gebruiker te optimaliseren. In diverse experimenten zijn variabelen als de gebruikersdoel of de gebruikerservaring van instructieve teksten gevarieerd, maar ook is het profiel van de beginnende of verkennende gebruiker van instructieve teksten bestudeerd.
Hoewel de invloed van afbeeldingen in instructies veelvuldig is onderzocht, is er nauwelijks aandacht geschonken aan de invloed van de aan- of afwezigheid van tekst in instructies. In het onderzoek van Wing Chin en Jessica Heijmans, uitgevoerd als onderdeel van de cursus Methoden van CIW Onderzoek II van de universitaire bacheloropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht, is gekeken naar het effect van tekst bij instructies door een experimenteel onderzoek uit te voeren met als vraag: heeft het toevoegen van tekst in instructies voor vouwen een effect op de prestaties en waardering van leerlingen?
Bij dit onderzoek is de focus gericht op vouwinstructies als casus. In het experiment zijn de vouwinstructies van een stropdas en een poloshirt als onderzoeksmateriaal gebruikt. Van elk vouwwerk zijn er twee verschillende versies gecreëerd:
- De instructie in de eerste versie bevat zowel tekst als afbeeldingen (zie figuur 1a en figuur 2a)
- De instructie in de tweede versie bevat alleen afbeeldingen (zie figuur 1b en figuur 2b)
Figuur 1a
Figuur 1b
Figuur 2a
Figuur 2b
De experimentele toetsing omvat vier verschillende condities:
- Strop-Met Shirt-Zonder Conditie: De proefpersonen in deze conditievouwen eerst een stropdas aan de hand van instructies met tekst, daarna een poloshirt aan de hand van instructies zonder tekst.
- Shirt-Zonder Strop-Met Conditie: De proefpersonen in deze conditie vouwen eerst een poloshirt aan de hand van instructies zonder tekst, daarna een stropdas aan de hand van instructies met tekst.
- Shirt-Met Strop-Zonder Conditie: De proefpersonen in deze conditie vouwen eerst een poloshirt aan de hand van instructies met tekst, daarna een stropdas aan de hand van instructies zonder tekst.
- Strop-Zonder Shirt-Met Conditie: De proefpersonen in deze conditie vouwen eerst een stropdas aan de hand van instructies zonder tekst, daarna een poloshirt aan de hand van instructies met tekst.
De versies zonder tekst dienen als controle. Het gebruik van controlegroepen voorkomt een effect van geschiedenis dat de interne validiteit bedreigt.
Het experiment vond plaats eind juni 2011. Een totaal van 44 proefpersonen nam deel aan het experiment, bestaande uit leerlingen van groep 7 van twee basisscholen in Loenen aan de Vecht en Breukelen. De proefpersonen zijn aselect aan de condities toegewezen met behulp van simple random sampling. Voorafgaand aan het experiment kreeg elke proefpersoon twee vellen gekleurde vouwpapieren, twee bladen van instructies en een vragenlijst uitgedeeld. De proefpersonen werden klassikaal geïnstrueerd over het verloop van het experiment. Na het inluiden van de start van het experiment is een stopwatch ingedrukt om de tijd bij te houden en zijn de leerlingen zelfstandig aan het werk gegaan. De leerlingen werden verzocht hun hand op te steken als zij klaar waren met het vouwen, waarna hun tijd voor het vouwen genoteerd werd.
Vervolgens werden ze verzocht de vragen in te vullen voor het vouwwerk dat zij zojuist hebben afgerond. De vragenlijst omvat vijf begripsvragen en vijf waarderingsvragen voor elk vouwwerk, waarbij de antwoorden van de proefpersonen op een vijfpunt Likert-schaal zijn gekwantificeerd. De vragen zijn voor 70% semantisch positief en 30% semantisch negatief geformuleerd om de betrouwbaarheid van de schaal te verhogen.
Tijdens het vouwen hebben diverse leerlingen meermalen om hulp gevraagd. De onderzoekers hebben zo objectief mogelijk hulp geboden. De leerlingen mochten nog niet beginnen aan het tweede vouwwerk totdat alle leerlingen klaar waren met het vouwen en invullen van de vragenlijst voor het eerste vouwwerk. De tweede ronde verliep hetzelfde als de eerste ronde. Na afloop zijn de onderzoekers langs alle leerlingen gegaan om de vouwwerken te beoordelen. Elk vouwwerk werd beoordeeld door de twee onderzoekers aan de hand van een opgestelde beoordelingslijst.
Omdat het poloshirt gecategoriseerd wordt als een vouwwerk van een hoger niveau, verwachtten de onderzoekers dat de instructies voor het vouwen van het poloshirt slechter begrepen worden, meer tijd kost om te vouwen en de vouwwerken van het poloshirt ook lager beoordeeld en gewaardeerd worden dan de stropdas. Gemiddeld vonden de proefpersonen de instructies voor het vouwen van de stropdas inderdaad makkelijker en deden de proefpersonen er gemiddeld minder lang over, maar bleken de verschillen tussen de beoordeling van de vouwwerken geen significante verschillen op te leveren. Wel werd de stropdas door de proefpersonen als uitdagender gewaardeerd.
Gebaseerd op het gegeven dat de proefpersonen meerdere manieren aangeboden kregen om de instructies te begrijpen, verwachtten de onderzoekers voorafgaand aan het onderzoek was dat de vouwinstructies met tekst tot hogere beoordelingen en hogere waarderingen zouden leiden dan de instructies zonder tekst. Tevens werd verwacht dat de proefpersonen die de instructies zonder tekst hebben gekregen langer bezig zullen zijn met het vouwen, omdat de interpretatie van de afbeeldingen veel tijd kan kosten. Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat de aan- of afwezigheid tekst geen invloed heeft op de beoordeling en waardering van de vouwinstructies. Ook bleken de tijden tussen de verschillende instructies bij het vouwen van de stropdas niet significant te verschillen. De tijden verschilden alleen bij het vouwen van het shirt, waarbij de proefpersonen gemiddeld meer tijd nodig hadden voor het vouwen van het shirt bij de instructie zonder tekst dan de leerlingen met de instructie met tekst.
Op de vooraf gestelde onderzoeksvraag antwoorden de onderzoekers op basis van de resultaten dat er geen verschil is tussen de instructies. De conclusie is dat de aanwezigheid van tekst niet zorgt voor een hogere waardering en betere prestaties bij de leerlingen, maar geldt de conclusie alleen voor vouwinstructies en kan niet naar andere taken gegeneraliseerd worden. Waar dit onderzoek wel op wijst, is dat tekst kan zorgen voor reductie in tijd bij het voeren van de handelingen. Aangezien de kwaliteit en waardering niet omlaag gaat door het toevoegen van tekst, is het een prima idee om tekst toe voegen met als doel tijdswinst.
Door: Wing Chin